In een labo en organoleptisch
Labotesten: chemische analyse
Oranoleptische testen: geur- en smaaktesten door een panel van experten
In deze blog komen er wat technische aspecten aan te pas. Er zijn twee vormen van analyse die olijfolie moet ondergaan om als extra vierge te worden gecertificeerd. chemische analyse (uitgevoerd in een labo) en sensorische analyse (of de organoleptische testen). Beide zijn vereist voor een volledige beoordeling van de kwaliteit van olijfolie, omdat er geen enkele test is die de kwaliteit definitief kan bepalen. Chemische analyse wordt gedaan door externe laboratoria die geaccrediteerd en gecertificeerd zijn en die chemische parameters analyseren volgens een strikte kwaliteitsnorm. Sensorische analyse wordt uitgevoerd door een sensorisch panel van derden dat de smaak van de olie evalueert. Het is de combinatie van chemische testresultaten en organoleptische analyse die olijfolie de aanduiding geeft van de hoogste kwaliteit olijfolie, extra vierge olijfolie. In deel 1 concentreren we ons op de labotesten. (andere blog: extra vierge olijfolie: hoe wordt deze getest... de neus)
“Kenners zijn ervan overtuigd dat de normen niet streng genoeg zijn"
De labotechnische test is wetenschappelijk en dus per definitie juist. M.a.w de testen zijn wat ze zijn. Olijfolieproducenten sturen monsters van hun meest recente oogst naar externe laboratoria ter controle. Deze erkende laboratoria voeren vervolgens chemische analysetests uit om de kwaliteit te bepalen. Er zijn in de eerste plaats 7-9 parameters die een kwaliteitsgraad meten volgens een bepaalde norm. De resterende 25+ chemieparameters die op een standaard worden vermeld, zijn gericht op zuiverheid en authenticiteit.
De bekendste normen zijn het meten van de vrije vetzuren of zuurtegraad (≤ 0,8%) (kweekmeting van de olijven) en het meten van de peroxidewaarden (≤ 20 me/kg) (oxidatiemeeting van de olie). Voor de meer gedetailleerde uitleg van de parameters kan je HIER een overzicht pdf downloaden. Er zijn 2 bedenkingen bij deze normen. 1) Als je met iemand (kweker, handelaar, specialist,...) uit de olijfoliewereld praat dan is iedereen ervan overtuigd dat deze normen niet streng genoeg zijn. De algemene stelling is, halveer deze waarden (van 0,8% naar 0,4% en van 20 naar 10) en we kunnen het kaf van het koren scheiden 2) De zuurtegraad en de peroxidewaarden moeten helaas bij wet niet vermeld worden op de flessen. Ze maken met andere woorden geen onderscheid tussen een olie met een zuurgraad van 0,1% en een olie met een zuurgraad van 0,8% terwijl daar toch een groot verschil in zit.
Goed om weten
De labotechnische test is juridisch de enige waterdichte test.
Comments